Door Anne-Mieke Penders, lid Doelgroeppanel Netwerk 100
Conny van der Aalsvoort houdt zich al meer dan tien jaar bezig met het onderwerp migrantenouderen in Nijmegen. Ze werkt bij welzijnsorganisatie Sterker sociaal werk. Ik spreek haar naar aanleiding van het onderzoek naar Marokkaanse ouderen, waarover we in de vorige nieuwsbrief hebben bericht. “Al het ouderenwerk is er voor iedereen”, aldus Conny, “dus ook voor migrantenouderen. Daarom moet je je afvragen: wil je dat migranten aan zoveel mogelijk reguliere activiteiten deelnemen of wil je dat het goed met hen gaat? Het gaat er niet om dat ze wekelijks meedoen aan een bingo, maar dat er een passend aanbod is waaraan ze graag willen deelnemen en dat hen helpt om zolang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen.”
Aanbevelingen herkenbaar
De bevindingen en aanbevelingen uit het onderzoek over Marokkaanse ouderen zijn voor Conny herkenbaar. Ze doet veel moeite om mensen persoonlijk uit te nodigen via een brief of via een van de andere deelnemers. Ze probeert het vaak op meerdere manieren tegelijk, want het werkt als mensen dezelfde uitnodiging vaker zien. Ook probeert ze activiteiten gratis aan te bieden en het vervoer te regelen. En er is natuurlijk altijd iets te eten. “Maar Marokkaanse ouderen bereiken we nog niet zo goed, dat is voor ons in de praktijk een moeilijkere groep”, vervolgt Conny. “Familiezorg is de norm in de Marokkaanse cultuur. Er zijn dan ook geen Marokkaanse thuiszorgorganisaties, zoals er wel Turkse thuiszorgorganisaties zijn. Als die er wel waren, dan zou dat het inzetten van professionele zorg een stuk makkelijker maken.”
Niet iedereen is moslim
Migrantenouderen zijn heel divers, ze zijn niet allemaal Turks of Marokkaans en moslim. Daarom heeft Sterker verschillende dagbestedings- en ontmoetingsgroepen voor verschillende groepen migrantenouderen. Conny: “We hebben bijvoorbeeld een grote ontmoetingsgroep voor Chinese ouderen. En vorig jaar hebben we een ontmoetingsgroep opgestart voor mensen die Farsi spreken. Deze groep werd snel heel groot en de leeftijden liepen sterk uiteen. Toen hebben we de kwetsbare ouderen uit deze groep benaderd voor deelname aan een nieuw op te zetten dagbestedingsgroep. We wilden juist een kleine groep, waarin ruimte zou zijn voor vragen en uitwisseling. Dat is gelukt. De grote groep is ook verder gegaan, daar draait het vooral om ontmoeting en gezelligheid.”
Sociaal werker migrantenouderen
“We hebben een aantal jaren geleden een nieuwe functie ingevoerd: sociaal werker migrantenouderen. Deze medewerkers zijn afkomstig uit de doelgroep en helpen de ouderen met praktische administratie- en regelzaken. Dat werkt heel goed. Ze draaien spreekuren mee bij de STIP’s en doen huisbezoeken, soms samen met de ouderenadviseur. Zij slaan een brug. We zouden ook bij de vrijwilligers graag meer mensen met een migratieachtergrond zien. Bij de dagbesteding lukt dat al goed.”
Meedenken over beleid
“De klankbordgroep migrantenouderen bestaat al tien jaar”, vertelt Conny. “Deze groep denkt mee over hoe we het welzijn van migrantenouderen kunnen verbeteren. Er nemen mensen deel uit verschillende gemeenschappen. In het begin zaten er veel bestuursleden van zelforganisaties in, die waren vooral op de bestuurlijke kant gericht. Inmiddels is het een soort kadergroep geworden waar ik vragen en ideeën aan kan voorleggen, niet alleen van Sterker, maar ook van andere organisaties. De deelnemers wisselen onderling ook ervaringen en ideeën uit.”
“Hoe mooi zou het zijn….?”
Conny wil de belangen van migrantenouderen niet alleen binnen Sterker, maar ook binnen andere organisaties behartigen. Ze heeft incidenteel contact met mensen uit verschillende zorginstellingen. Ze zou graag een werkgroep opzetten met een vertegenwoordiger uit iedere instelling. “Dan kun je samen bedenken hoe je de zorg beter kunt afstemmen op migrantenouderen. Het gaat niet alleen om het eten en de activiteiten, maar ook om de woonlocaties en het personeelsbestand. Iedere zorginstelling heeft wel één of twee migrantenouderen in het bestand, maar het is lastig om het aanbod daarop af te stemmen. Hoe mooi zou het zijn als je samen zou kunnen afspreken dat je op een bepaalde locatie enkele, bijvoorbeeld Hindoestaanse, ouderen bij elkaar laat wonen? Dat zou een begin kunnen zijn. Deze groep is al lang in Nederland, spreekt de taal goed, en heeft een goed kader in de gemeenschap. Nu kiezen Hindoestaanse ouderen vaak voor een verpleeg- of verzorgingshuis in Den Haag, omdat men daar meer ervaring heeft met de opvang van deze groep. Maar dan komen deze ouderen ver weg van de kinderen te wonen, en dat moet je niet willen.”