“De toekomst van de ouderenzorg ligt in het wijkgericht werken” – een interview met Rita Arts (Waalboog)

“De toekomst van de ouderenzorg ligt in het wijkgericht werken” – een interview met Rita Arts (Waalboog)

Rita Arts is sinds maart 2020 bestuurder van De Waalboog. Zij zit sindsdien ook namens De Waalboog in het Bestuurlijk Overleg van Netwerk 100. Anne-Mieke Penders sprak haar onder andere over de bijzondere relatie tussen zorgpersoneel, vrijwilligers en de bewoners van De Waalboog en over hoe toekomstbestendige zorg er wat haar betreft uitziet.

Ziekenhuiswereld

Rita Arts is van huis uit verpleegkundige. Ze is niet afkomstig uit de ouderenzorg, maar uit de ziekenhuiswereld. Ze heeft in totaal 36 jaar in het Radboudumc in Nijmegen en in het Elisabeth TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg gewerkt. Begonnen als verpleegkundige aan het bed, vervolgens via hoofdverpleegkundige en clustermanager doorgegroeid tot zorgmanager: “Toen het ziekenhuis ging fuseren en ik de studie Bedrijfskunde had afgerond, heb ik nagedacht over mijn functie: ga ik weg of blijf ik? Ik vond dat ik nog niet klaar was met het verstevigen van de positie van de verpleegkundigen, dus ik ben gebleven. Ik heb me toen gericht op onderwijs, zorgbeleid en de transmurale samenwerking met huisartsen en wijkteams. Toen ik in 2017 het gevoel kreeg dat ik aan een nieuwe uitdaging toe was, heb ik besloten de overstap te maken naar een bestuursfunctie, maar dan wel in de care-sector.”

Betekenisvol werk

En zo ging Rita Arts bij De Waalboog aan de slag: “Deze organisatie past goed bij mij en ik pas goed bij deze organisatie. Ik vind het belangrijk om dicht op het proces te zitten, daarom heb ik gekozen voor een organisatie die niet al te groot is. Het spreekt me aan dat in de ouderenzorg de nadruk ligt op welbevinden en zorg. In een medisch-technisch bedrijf als een ziekenhuis ligt de nadruk toch meer op behandelen. De Waalboog is een organisatie die me past als een jas. Ik kom uit Nijmegen en ik ken Joachim en Anna al van vroeger. Hier heb ik bezoekjes gebracht aan familie en bekenden, dat geeft het een speciale betekenis voor mij. Ik drink bij alle afdelingen koffie, zodat ik hoor en voel wat er leeft. Ik zie dat ons personeel heel betekenisvol werk doet. Het contact tussen ons personeel en de bewoners is meer dan een professionele relatie. Dat is anders dan ik in de ziekenhuiszorg gewend was. Mensen wonen in de meest kwetsbare fase van hun leven bij ons, vaak wel jarenlang. Dat geeft een bijzondere relatie met het zorgpersoneel en de vrijwilligers.

Corona

Toen ik in maart 2020 bij De Waalboog ging werken, begon ook de coronacrisis. Ik had me voorgenomen om de eerste drie maanden een beetje mee te draaien in de verschillende teams, maar daar is natuurlijk niets van terecht gekomen. Door de coronacrisis heb ik de organisatie wel snel leren kennen. Ik heb veel ellende en verdriet gezien, verschillende afdelingen zijn diep getroffen. Door COVID moest ons personeel altijd minstens handschoenen en een mondkapje dragen. Hierdoor was het contact met de bewoners natuurlijk stevig beperkt en dat was soms schrijnend. Ook vielen door corona de vrijwilligers weg. We hebben 500 vrijwilligers naast een personeelsbestand van 1000 medewerkers. De vrijwilligers zijn echt onderdeel van onze teams. Als die wegvallen, merk je pas goed wat zij allemaal betekenen. Ik zie ook wel een positief effect van corona: mogelijk waren we als beleidsmakers een beetje kwijt waar het eigenlijk om gaat. Maar door corona zijn de zorg voor en het welbevinden van de bewoners weer centraal komen te staan. Het welbevinden misschien nog wel meer dan de zorg.”

Meer zorg naar de wijk brengen

“De toekomst van de ouderenzorg ligt in het wijkgericht werken”, vindt Rita. “We moeten niet langer wachten maar nú de samenwerking zoeken. Zo zijn we bijvoorbeeld rond het OBG in Nijmegen-Oost bezig met een wijkscan. We nemen de huisartsenpraktijk als het centrale punt en kijken wat wij als gespecialiseerde ouderenzorg aan deskundigheid naar de wijk kunnen meebrengen: zoals de specialist ouderengeneeskunde, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en andere specialistische disciplines die we in huis hebben. Onlangs hoorde ik dat een 99-jarige burger op het punt stond naar een van de onderdelen van het OBG te verhuizen. Dan moeten wij de vraag stellen: ‘Waarom kunnen wij hem niet in en rond zijn huis de zorg bieden die hij nodig heeft, zodat hij kan blijven wonen in zijn vertrouwde omgeving?’ Dat is toekomstbestendige ouderenzorg.

Samenwerken in Netwerk 100

Wij willen graag inzetten op het kleinschalig wonen in de wijken. We zullen alle professionals, vrijwilligers en mantelzorgers moeten laten samenwerken om de zorg voor kwetsbare ouderen te kunnen blijven bieden. Daarvoor moet je samenwerken in de wijk, ieder vanuit zijn eigen organisatie. En daarom moeten we samenwerken in Netwerk 100, met de verpleeg- en verzorgingshuizen, maar ook met de huisartsen, de thuiszorg en de gemeenten. In Tilburg was ik een stevig netwerk gewend, daar kunnen we hier nog wel wat slagen in maken. Wat ik wel heel mooi vind, is het Doelgroeppanel: een gremium dat zich puur focust op de belangen van de ouderen. Dat had je in Tilburg niet.”

Administrator