“Je moet niet zielig uit het raam gaan zitten kijken”
Door Anne-Mieke Penders, lid Doelgroeppanel Netwerk 100
Hoe gaan ouderen om met de beperkingen waar ze mee moeten leven nu het coronavirus in het land is? Ik vraag me af hoe mijn collega’s van het Doelgroeppanel van Netwerk 100 dat doen.
Blij dat het met de kinderen goed gaat
Benieuwd naar zijn ervaringen met het binnen zitten, bel ik Jef. “Goed, ik kan niet anders zeggen”, antwoordt Jef op de vraag hoe het gaat. “Ik kan me in huis prima bezighouden en kan gelukkig iedere dag een wandelingetje van één of anderhalf uur maken, zeker met dit mooie weer.” Jef behoort tot de risicogroep, hij is 86 jaar. Zijn dochter doet de boodschappen en zet deze in de garage, vanaf de oprit zwaaien ze dan even naar elkaar. Gewoonlijk eten ze een keer per week samen, maar dat kan nu niet. “Ik heb nu met mijn drie kinderen veel contact via chats en WhatsApp, ik krijg tekeningen, cartoons en de laatste corona-moppen toegestuurd. Ik ben blij dat het goed met hen gaat, ze werken nu vanuit huis. Mijn zoon werkt op een basisschool en coördineert het leren op afstand. Mijn beide kleinkinderen zitten voor hun eindexamens, eentje op de middelbare school en de andere op de HAN, ze vinden het wel spannend hoe dat zal gaan.”
Gelukkig geen lock-down
“Ik ben blij dat er geen totale lock-down is, nu kan ik toch iedere dag even naar buiten. En ik ben heel erg blij dat mijn vrouw dit niet meer mee hoeft te maken. Zij leed aan dementie en was in een verpleeghuis opgenomen. Ze zou het natuurlijk niet begrepen hebben. Dat je niet op bezoek kunt, en dat je thuis maar zit te denken hoe het zou gaan, dat is vreselijk.”
Dingen doen die je normaal voor je uit schuift
“Ik heb nu alle tijd, maar sta ‘s ochtends toch op de normale tijd op, douche, maak mijn bed op en dan begint de dag”, vertelt Jef. “In huis doe ik wat huishoudelijke klussen, zoals het swifferen van de vloeren. En nu ik meer tijd heb, ben ik begonnen de kasten op te ruimen: wat hangt er allemaal en wat draag ik eigenlijk niet meer? Normaal schuif je dat voor je uit, maar nu heb ik er de tijd voor. Verder lees ik dat ene boek dat er al zo lang ligt en ga ik af en toe iets in de tuin doen. Dat zou ik nog bijna leuk gaan vinden.”
Digitaal vergaderen
“Ik ga nu natuurlijk niet bij de buren op de koffie, wat ik normaal gesproken regelmatig doe. Je ziet minder mensen, maar af en toe chatten we met vier man samen of we bellen. Dit geldt ook voor de vergaderingen van Netwerk 100: je kunt ook virtueel zaken bespreken en dingen met elkaar regelen. Deze week hebben we een vergadering van het dementieplatform, dat gaan we digitaal doen. Je moet toch zorgen dat niet alles stil komt te liggen.”
Chatten met familie en vrienden
Jef vindt dat je niet stil moet blijven zitten, maar contact moet zoeken met je naasten of verre vrienden, via de telefoon of digitaal. “Je moet voorkomen dat je alleen maar naar buiten staart. Doe iets! Ik bel nu wekelijks een aantal leeftijdsgenoten of stuur een foto door. Ik heb een aantal leuke kaarten gekocht en ga mijn vrienden deze week een kaart sturen. De brievenbus is gelukkig binnen loopafstand. Je moet wel iets doen om het goed leefbaar te houden.”