Door Anne-Mieke Penders, lid Doelgroeppanel Netwerk 100
“Verpleeghuisbewoners hebben meestal niet alleen lichamelijke aandoeningen, maar ook psychische en sociale klachten. Die beïnvloeden elkaar”, zo stelde Debby Gerritsen vorige maand in haar oratie op het UKON-symposium. Gerritsen (lid Bestuurlijk Overleg Netwerk 100) heeft als leeropdracht het ‘welbevinden van kwetsbare mensen in de langdurige zorg’.
Universele behoeften van mensen
Welbevinden gaat over belangrijke behoeften van mensen, zoals de behoefte aan eten en drinken en het vrij zijn van pijn. Maar het gaat ook over de behoefte om zinvol bezig te zijn, hechte relaties te onderhouden met naasten, het gevoel te hebben er bij te horen en om gewaardeerd te worden om wie je bent. Kortom, goed contact te hebben met familie en vrienden en op grond daarvan het gevoel te hebben dat je ertoe doet. Welbevinden gaat dus niet alleen over fysieke, maar ook over psychische en sociale behoeften.
Sociale behoeften voor iedereen belangrijk
Dat sociale behoeften erg belangrijk zijn voor het welbevinden van mensen, of ze nu jong of oud zijn, ziek zijn of gezond, dat bleek ook uit de andere lezingen op het UKON-symposium. Verschillende sprekers lieten, ieder vanuit hun eigen onderzoek en praktijk, zien hoe belangrijk intimiteit en verbondenheid met dierbaren voor mensen is. Die behoeften nemen niet af als mensen in een verpleeghuis komen. En als er op hoge leeftijd minder familie en vrienden zijn, neemt de gehechtheid aan de zorg vaak toe. Gerritsen betoogt dat het welbevinden van de cliënt en van de verpleging en verzorging sterk met elkaar samen hangt. Als het welbevinden van de cliënt positief is, dan is het welbevinden van de professionals vaak ook positief.
Welbevinden in de knel in coronatijd
Al sinds maart is Nederland in de ban van het coronavirus. Tijdens de eerste golf is de aandacht in de verpleeg- en verzorgingshuizen sterk erop gericht geweest dat kwetsbare bewoners, veelal ouderen, zo veel mogelijk beschermd moesten worden tegen dit virus. De verpleeghuizen gingen dicht en iedereen leek achter deze maatregel te staan. Om fysiek lijden buiten de deur te houden, werden de belangrijke naasten ook buiten de deur gehouden. Zo kwamen de psychische en sociale behoeften van de bewoners stevig in de knel. “Ik denk dat de crisis blootlegde dat we ons in wezen nog niet echt richten op welbevinden”, zegt Gerritsen. Nu duidelijk is dat het coronavirus langer onder ons blijft, klinkt steeds vaker de oproep om meer oog te hebben voor het welbevinden van de kwetsbare ouderen. We weten dat we onze ouderen niet meer totaal moeten isoleren, maar we weten nog niet wat we wel moeten doen.