“Vorig jaar juni maakte ik mijn entree als voorzitter van Netwerk 100. Ouderen, professionals, opleiders, onderzoekers en bestuurders vormen samen een netwerk waarin de vraag van de oudere als leidend uitgangspunt wordt genomen. Mooier kan het niet: stel je vraag, formuleer het probleem en we komen samen tot een antwoord of oplossing.
Maar zo eenvoudig bleek het niet te zijn. Er moest eerst nog een aantal hobbels genomen worden: nu het NPO (Nationaal Programma Ouderenzorg) niet meer leidend is, wordt een andere betrokkenheid en samenwerking van partners verwacht. We moeten zelf initiatieven nemen, we weten niet altijd wie waar mee bezig is en wat is eigenlijk de rol van het Dagelijks Bestuur? Bij een aantal partners was sprake van een wisseling in het bestuur. Tevens bleek dat de samenwerkingsovereenkomst en het huishoudelijk reglement aanpassing behoefden. Kortom, er moest in de afgelopen periode ook een aantal (rand)voorwaardelijke zaken worden geregeld.
En ja, ik was ook nieuw in de wereld van Netwerk 100. Afgelopen half jaar heb ik met (bijna) iedereen van de partners kennis kunnen maken. Deels samen met Dorry, coördinator Netwerk 100. In mijn beleving waren het open, informele gesprekken waarin alles aan de orde werd gesteld. We zochten antwoorden op de vragen: wat vinden we dan goed gaan, wat kan beter en waar moeten we opnieuw over nadenken?
Iedereen blijkt de meerwaarde van het netwerk te zien, maar acht revitaliseren nodig. Daar zijn we het over eens. Ook de (onderlinge) communicatie mag beter. Het zwaartepunt van het werk in Netwerk 100 moet terug naar de basis, waar de professionals actief zijn samen met de ouderen. En als daar zaken aan de orde zijn waar bestuurlijke borging voor nodig is, dan komt het Dagelijks Bestuur/Bestuurlijk Overleg in beeld. En natuurlijk biedt een netwerk als Netwerk 100 de kans voor bestuurders om elkaar te ontmoeten en samen op te trekken in zaken die hen allen betreffen. Bijvoorbeeld in contacten met gemeenten, verzekeraars, etc.
Dit zijn de uitdagingen voor het komende half jaar. De bereidheid is er alom. Nu elkaar weer even terug zien te vinden.”